Over de aantallen en de namen van de kinderen

Bron: Janneke de Moei,  ‘Joodse kinderen in het kamp Vught’, 3e gewijzigde druk, maart 2017, ISBN 978-90-823609-1-2. Te koop bij Nationaal Monument Kamp Vught.

Omdat er onduidelijkheid bestond over het verschil in de aantallen kinderen die zijn weggevoerd met het Kindertransport én het aantal namen op het monument, werd in de tweede druk van Joodse kinderen in het kamp Vught uiteengezet van welke kinderen de namen op het Kindergedenkteken genoemd worden en hoe deze namen gevonden zijn.

De namen van de kinderen op het monument en in het boek werden in 1999 overgenomen van de zogenaamde transportlijsten uit Vught van 6 en 7 juni 1943, bewaard bij het NIOD.
Op de getypte lijsten zijn een aantal namen met de hand doorgestreept, andere zijn bijgeschreven. Gezien de chaotische situatie rond het vertrek van de kinderen, kunnen we er niet vanuit gaan dat de transportlijsten geheel kloppen.
Ernst Verduin zei hierover: ”Het kamp was vol van kinderen, kinderen verdwenen, raakten zoek, spoorloos of onder de kleding van ouders. Soms werden kinderen meegestuurd door de SS. Het was niet gestructureerd.”
Achter de aantallen blijven daarom vraagtekens: 6 juni 806 ?, 7 juni 502 ?
De namen op de transportlijsten van kinderen tot 16 jaar zijn opgezocht in het boek ‘In Memoriam’, uitgever SDU, Den Haag. 41 kinderen werden daar niet in gevonden.
De namen van deze kinderen zijn nagevraagd bij het Nederlandse Rode Kruis. Van de 41 kinderen bleken 14 in Westerbork te zijn overleden, enkele dagen of weken na aankomst. Ook hun namen staan op het monument. Naar 27 kinderen werd verder gezocht. Uit verschillende bronnen bleek dat 18 kinderen de oorlog hadden overleefd.
Negen kinderen die wél op de transportlijsten naar Westerbork staan, werden nergens meer genoemd. Om deze kinderen te achterhalen plaatste de Vriendenkring Nationaal Monument Vught een oproep in Nederland en Israël. Vier kinderen bleken te zijn omgekomen in Westerbork en andere kampen. Hun namen staan op het Kindermonument. Van drie kinderen werd bekend dat zij de oorlog overleefden.
Over twee van de negen kinderen werd toentertijd geen verdere informatie gevonden. Zij staan als Pieter de Bruin en Piet de Lange bijgeschreven op cartotheekkaarten van echtparen die zijn omgebracht in Sobibor, De Groot-Allegro en Abramowicz-Lapides.
De namen van deze twee kinderen staan niet op het monument, omdat toen niet zeker was of het hun werkelijke namen waren of misschien onderduiknamen. Inmiddels is bekend wie zij zijn, namelijk Peter Blumenfeld en Juda Cohen (zie www.joodsmonument.nl/nl/page/549884/alleen-op-kindertransport-peter-blumenfeld resp. www.joodsmonument.nl/nl/page/549869/juda-cohen-alleen-op-kindertransport).

Op de lijsten van de 24 transporten van Vught naar (meestal) Westerbork samen, staan de namen van meer dan 1800 kinderen die op het moment van deportatie nog geen 16 jaar waren.
Met het Kindertransport zijn ongeveer 1300 kinderen uit Vught weggevoerd.
Op het monument staan de namen van 1269 kinderen.
In deze namen worden herdacht álle Joodse kinderen die vanuit Vught werden weggevoerd om nooit meer terug te komen.

Op een steen bij het monument staat
Meer dan 1800 Joodse kinderen werden van hier
op transport gesteld, naar vernietigingskampen.
Slechts enkele overleefden
Van 1269 van deze kinderen staan hier de namen
Zij werden weggevoerd met het kindertransport op 6 en 7 juni 1943
en omgebracht
In hen gedenken we alle kinderen die van kamp Vught werden weggevoerd
om nooit meer terug te keren
mogen hun zielen gebundeld worden in de bundel van het eeuwige leven.